FASE 1: DE BEDREIGDE IK;

 

Dat is de begin fase waarin de mensen met dementie in de gaten (kunnen) hebben dat ze dementie hebben. Het is bekend dat voornamelijk mensen met vasculaire dementie en Lewy Body dementie nog lang weet kunnen hebben van hun cognitieve achteruitgang omdat bij die vormen van dementie de geheugenstoornissen niet als eerste symptoom kenmerkend zijn. 

Tijdens deze fase ontstaan de eerste symptomen van dementie. Het bekendste symptoom is beginnende vergeetachtigheid. Iemand die bij zichzelf opmerkt dat hij toch wel écht vergeetachtig is zal dit proberen zo veel mogelijk voor een ander te verbergen.

Mensen met dementie in deze fase voelen zich door hun geheugen en denkstoornissen in de "steek" gelaten en dat is beangstigend.

Ze gaan de wereld om hen heen minder begrijpen en voelen zich bedreigd in hun bestaan. (BEDREIGDE IK)

Hierdoor kunnen zij hun eigen leven niet meer goed organiseren. Zij houden vaak de schijn (façade) op dat alles normaal is.

Zij kunnen de omgeving als vijandig ervaren en geven anderen vaak de schuld van dingen die mis gaan. Mensen met dementie in deze fase letten goed op (alert) en reageren vaak achterdochtig. Zo kunnen zij bang zijn dat de verzorgende hen vergiftigt of beschuldigen zij familieleden van het stelen van persoonlijke spullen.

Aan het gezicht en het lichaam is de spanning vaak goed af te lezen. Zij kunnen fel, zelfs ‘stekend’ kijken.

Hun houding kan stijf zijn met gespannen spieren. Aan alles is te zien dat zij voortdurend opletten en proberen grip te houden op wat er gebeurt.

Het gedrag in deze fase is gekenmerkt door verschillende manieren van het proberen om grip te houden op hun leven.

Zij hebben behoefte aan oriëntatiepunten en vaste routine en structuur. Dit uit zich o.a. in het vastklampen aan persoonlijke bezittingen zoals een stok, een vest, een tas, een stoel of een portemonnee. Ook de afkeer van veranderingen past hierbij. Zij gaan het liefst nieuwe, onbekende situaties, bezigheden en contacten uit de weg, omdat die hen kunnen confronteren met hun tekorten. Zij gaan ook niet graag om met andere verwarde mensen die zich in hun ogen onaangepast gedragen.

Het begrip en de communicatie zijn over het algemeen nog vrij goed. Praten over het verleden (reminiscentie) is voor hen heel prettig omdat ze dat wel weten en ze dus niet geconfronteerd met met "het vergeten".

Recente gebeurtenissen vormen voor hen een probleem. Zij zijn deze snel vergeten. Ernaar vragen maakt hen onzeker, angstig of soms zelfs boos. Dit stelt speciale eisen aan de communicatie. Geef hen de kans om gevoelens te uiten en laat merken dat je betrokken bent. Herhaal belangrijke punten uit een gesprek.

Aanraking en intimiteit worden meestal afgeweerd. Zij willen met respect bejegend worden en kunnen nog redelijk goed voor zichzelf opkomen en zorgen. Zij willen serieuze aandacht en erkenning voor hun problemen.

Vergissingen en missers worden zoveel mogelijk voorkomen of rechtgezet op een niet confronterende wijze door hun omgeving. (familie, mantelzorg, zorgmedewerkers) Liefst met gevoel voor humor!

De bejegening van mensen met dementie in deze fase is steeds gericht op het verminderen van angst en spanning.

Ze worden gestimuleerd en geholpen om intacte mogelijkheden nog te gebruiken en zo mogelijk aan te passen aan hun veranderde functioneren. In deze fase is het vaak nog mogelijk om gebruik te maken van geheugensteuntjes. Denk aan een agenda, een kalender of een with-board waar belangrijke data en afspraken op genoteerd worden. 

Zoveel mogelijk zelf laten doen en dit vervolgens begeleiden staat hierbij centraal. Ook het hebben van aandacht voor persoonlijke problemen en het zoeken naar een manier om hiermee om te gaan is in deze fase erg belangrijk voor hen.

 

© Mariët de Landmeter