POSTERIEURE CORTICALE ATROFIE (PCA)


Posterieure corticale atrofie (PCA) is een zeldzame vorm van dementie, ook wel bekend als syndroom van Bálint of het syndroom van Benson. Dit syndroom ontstaat wanneer er hersenschade is in het hersengebied waar de visuele waarnemingen worden aangestuurd. Hierdoor krijgen mensen met PCA moeite met zien.
Dat is het eerste wat opvalt, pas later ontstaan er geheugenproblemen.
Vaak komen deze mensen eerst bij een oogarts terecht maar die kan geen afwijkingen vinden.


Eigenlijk zijn mensen met dit syndroom ziende blind, of neurologisch blind. Met de ogen zelf is namelijk niets mis.

Het achterste gedeelte van de hersenen, de visuele schors , is beschadigd bij deze mensen, de visuele schade wordt steeds erger en de hersenschade breidt zich daarna vaak uit naar het gebied in de hersenen waar het geheugen zit. Vandaar dat eigenlijk alle mensen met PCA na verloop van tijd Alzheimer krijgen.

Symptomen die bij PCA horen zijn:


- Afstanden verkeerd inschatten (kan vooral in verkeer problemen opleveren)
- Voorwerpen niet zien of herkennen terwijl ze recht voor iemand bevinden
- Kleuren anders zien dan in werkelijkheid
- Diepte verkeerd inschatten waardoor traplopen moeilijk is en ze veel vallen
- Dranken naast een kop of glas schenken
- Sleutels of jas naast het bedoelde haakje hangen
- Ondertiteling van tv niet meer kunnen lezen, terwijl er geen bril nodig is
- Letters door elkaar halen
- Voorwerpen niet van elkaar kunnen onderscheiden
- Links en recht niet meer uit elkaar houden
- Moeite met gezichten te onderscheiden
- Visuele hallucinaties (dingen zien die er in werkelijkheid niet zijn)


Gelet op deze symptomen is het logisch dat men eerst bij een oogarts terecht komt. Wanneer die niets kan vinden qua oogafwijkingen of oogziekten, komen ze eventueel pas bij een neuroloog terecht. Er gaat vaak veel tijd overheen voordat ze de juiste diagnose krijgen.

Pas later wanneer de hersenschade zich uitbreid krijgen mensen met PCA symptomen de meer op Alzheimer lijken zoals:
- Apraxie (volgorde van handelen niet meer weten of uit kunnen voeren)
- Woord vind problemen
- Taal niet meer begrijpen
- Moeite met rekenen en schrijven
- Angsten
- Somberheid en depressies


De ziekte is vooralsnog niet te genezen en/of af te remmen. De behandeling is gericht om een zo goed mogelijk bestaan te leiden ondanks de visuele beperkingen.

 

© Mariët de Landmeter