DE ZIEKTE VAN ALZHEIMER

 

De meest voorkomende oorzaak van dementie is “de ziekte van Alzheimer”.(60-80%)
In 1906 werd de ziekte van Alzheimer voor het eerst beschreven door de arts Alois Alzheimer. Bij bestudering van de hersenen van patiënten vond hij drie kenmerken van de ziekte:

1. Eiwitten klonteren samen tussen de hersencellen. Deze ophopingen noemen we 'plaques'.
2. Er ontstaat een soort kluwen van eiwitten binnen in de hersencellen. Deze noemen we 'tangles'.
3. De hersenen van mensen met de ziekte van Alzheimer worden steeds kleiner (verschrompeling van de buitenste laag van de hersenschors)

Plaques

Bij de ziekte van Alzheimer gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. De oorzaak daarvan is dat er een schadelijk alzheimereiwit (amyloid) zich opstapelt tussen de zenuwcellen in de hersenen. Deze ophoping van eiwit vormt de zogenaamde “plaques”.

Deze neerslag van eiwit maakt de communicatie tussen hersencellen moeizamer. De neerslag van eiwit wordt vooral het eerst gezien in het gedeelte van de hersenen dat zorgt voor de aanmaak van herinneringen.

Dat is dan ook de reden dat één van de eerste verschijnselen bij de ziekte van Alzheimer vergeetachtigheid is.

 

Tangles

In de hersencellen ontstaat een kluwen van een ander eiwit, de zogenaamde ‘tangles’.

Deze bestaan uit een ander schadelijk eiwit dat ‘tau’ wordt genoemd. Bij de ziekte van Alzheimer is het tau-eiwit veranderd. Het is anders gevouwen.

Alsof de letters van een zin niet achter elkaar staan, maar naar boven en beneden, van links naar rechts en van voren naar achter (een kluwen). Door hun afwijkende vorm zorgen deze eiwitten ervoor dat het transport van voedingsstoffen door de cel niet goed verloopt. Uiteindelijk sterft de cel hierdoor.

 

Het begin van de ziekte van Alzheimer ligt meestal tussen de 70-80 jaar, maar de ziekte is ook op veel jongere leeftijd mogelijk. Wanneer jonge mensen de ziekte van Alzheimer hebben, is het verloop van de ziekte in de meeste gevallen veel sneller dan wanneer mensen op oudere leeftijd Alzheimer krijgen. (Men spreekt van jong dementie wanneer de verschijnselen zich openbaren voor het 65e levensjaar)

De ziekte verschijnselen zijn niet voor iedereen hetzelfde: de aard, de ernst en het tempo van het dementieproces kunnen per persoon verschillen.

Een kenmerk van de ziekte van Alzheimer is dat de verschijnselen(symptomen) zich heel geleidelijk ontwikkelen.

De verschijnselen nemen in de tijd in ernst toe en zijn niet te genezen, dat wil zeggen dat het proces van dementie niet meer terug te draaien is.

In het begin van de ziekte van Alzheimer zijn de verschijnselen vaak niet duidelijk aanwezig. De verschijnselen worden duidelijker naarmate de dementie vordert. En hoe verder de dementie vordert hoe afhankelijker iemand met dementie wordt van zijn of haar omgeving.

 

© Mariët de Landmeter