ZIEKTE VAN ALZHEIMER


Aanvankelijk merk je slecht subtiele veranderingen in het psychisch functioneren, voornamelijk lichte concentratie problemen of lichte vergeetachtigheid. Soms begint Alzheimer met alleen vage angstklachten, depressies of een scala aan lichamelijke klachten waar geen onderliggende oorzaak voor te vinden is.
Het komt zelfs nogal eens voor dat iemand als voorteken van Alzheimer op een bepaald moment zonder aanleiding last krijgt van depressieve klachten.

Na behandeling verdwijnen die klachten dan weer, maar een of twee jaar later blijkt er vervolgens duidelijk sprake te zijn van beginnende Alzheimer.
In het algemeen kost alles waar mensen met Alzheimer het hoofd bij moeten houden wat meer inspanning, televisie kijken of een gesprek volgen, plannen maken, dingen op een rijtje zetten, problemen oplossen en beslissingen nemen.

Er ontstaan al vroeg in het proces inprentingproblemen. Dat wil zeggen; het leren van nieuwe vaardigheden, het onthouden van wat je net gezien of gehoord hebt, wordt moeilijker.
Er kunnen ook karakterveranderingen plaats vinden. Soms geleidelijk en minder opvallend, dat iemand steeds meer met zichzelf bezig is, het sociale gedrag neemt af.
Het kan ook opvallender, bijvoorbeeld als apathie, achterdocht of agressie optreedt bij mensen die eerder dit gedrag niet of veel minder vertoonden.

Er wordt wel gesproken over symptomen van de eerste orde en symptomen van de tweede orde.

Symptomen van de eerste orde behoren dan tot de kernsymptomen; dat wil zeggen dat ze aanwezig moeten zijn om iemand te kunnen diagnosticeren als het hebben van dementie:


- Inprentingstoornissen met desoriëntatie in tijd, plaats en persoon
- Op zijn minst en van de volgende 4 stoornissen: apraxie, afasie, agnosie, stoornissen in de uitvoering.
- Sterkte achteruitgang in het beroepsmatig en/of sociaal functioneren
- De achteruitgang in functioneren is geleidelijk progressief
- De stoornissen mogen niet het gevolg zijn van andere stoornissen in het centrale zenuwstelsel.
- En de stoornissen moeten ook aanwezig zijn wanneer er geen sprake is van een delier (plotseling optredende ernstige verwardheid).

Symptomen van de tweede orde komen vaak voor bij mensen die Alzheimer hebben maar zijn er niet kenmerkend voor.

Symptomen van de tweede orde:
- Omkeren van het dag-nacht ritme
- Voorbijgaande perioden van verwardheid
- Voorbijgaande perioden van depressie
- Decorum verlies
- Confabuleren
- Dwalen
- Emotionele ontremming
- Agressie


Deze symptomen komen dus niet bij iedereen voor die Alzheimer heeft.

 

© Mariët de Landmeter